ADHD is niet 100% erfelijk en dus niet alleen genetisch. We moeten hier onderscheid maken tussen twee verschijnselen. In de eerste plaats hangt het ontstaan van ADHD samen met bepaalde factoren, zoals tabak- of alcoholgebruik tijdens de zwangerschap, zuurstofgebrek bij de geboorte en ernstige prematuriteit.
In de tweede plaats houden sommige omgevingsfactoren (die tegenover genetische factoren staan) de symptomen van ADHD in stand en verhinderen ze dat er zich compensatiemechanismen kunnen vormen.
Een weinig gestructureerde gezinsomgeving, herhaalde trauma's, gedragsstoornissen (agressiviteit, geweld...): het zijn stuk voor stuk factoren die duidelijk samenhangen met ADHD. Genetisch voorbestemmende factoren spelen een rol bij het ontstaan van de ziekte, maar bepaalde levensgebeurtenissen en de manier waarop ze verwerkt worden, kunnen de uiting en de intensiteit van de symptomen sterk beïnvloeden.
De definitieve oorzaken van ADHD liggen nog altijd niet vast. Wel weten we vandaag, vooral dankzij de huidige hersenbeeldvormingstechnieken, dat ADHD het gevolg is van de slechte werking van bepaalde hersengebieden. Het gaat meer bepaald om twee zones.
De eerste is de frontale kwab, die de hogere hersenfuncties stuurt, zoals inhibitie (remming), planning en responsmodulatie. Deze drie functies zijn verstoord bij ADHD.
De tweede zone ligt diep in de hersenen en omvat een hele reeks complexe structuren, waaronder het zogenaamde striatum. ADHD zou het resultaat zijn van een slechte 'communicatie' tussen die structuren, wat de inhibitie van de door onze hersenen gestuurde responsen en reacties zou verhinderen. We weten trouwens dat patiënten die een trauma hebben opgelopen in één van die structuren (de novo) ADHD kunnen ontwikkelen.
Onze hersenen zijn uitgerust met minuscule boodschappers, de zogenaamde neurotransmitters. Die zorgen voor een vlotte informatiedoorstroming. Bij ADHD spelen twee neurotransmitters een rol. Dopamine lijkt daarbij de belangrijkste. Het 'dopaminerge' systeem is betrokken bij de motivatie- en bekrachtigingsprocessen.
Ook noradrenaline is essentieel. Deze neurotransmitter speelt een rol bij het leervermogen, het geheugen en de waakzaamheid. Bij ADHD is de noradrenaline-productie verstoord, vooral in de frontale kwab.
ADHD is familiaal gebonden. Eerstegraadsverwanten van ADHD-patiënten (kinderen, broers en zussen, vaders of moeders) lopen 4 tot 10 keer meer risico om zelf ADHD te krijgen in vergelijking met de algemene populatie.
Adoptiestudies hebben aangetoond dat de biologische ouders van geadopteerde hyperactieve kinderen vaker ADHD hebben dan de algemene bevolking.
Tweelingstudies hebben overigens uitgewezen dat de erfelijkheid (het aandeel van genetische factoren in het ontstaan van een stoornis) ± 80% bedraagt. Dat is hoog in vergelijking met depressie (50%) of gewoon de lengte (90%).
Ook al is de oorzaak van ADHD grotendeels genetisch, er bestaat geen specifiek ADHD-gen en dus evenmin een genetische test om de diagnose te bevestigen of te ontkrachten! ADHD is een polygene stoornis, met andere woorden: een stoornis die verband houdt met afwijkingen in verschillende genen. Er zijn momenteel tal van studies aan de gang om belangrijke genen op te sporen. Vooral genen die verantwoordelijk zijn voor de eiwitsynthese (eiwitaanmaak) in het dopaminerge en het noradrenerge systeem, lijken afwijkingen te vertonen bij ADHD. De meeste psychiatrische stoornissen zijn trouwens polygeen, net als courante ziekten zoals hoge bloeddruk en diabetes.
Er wordt steeds meer gesproken over ADHD, dus hoeft het niet te verbazen dat er heel wat behandelingsmogelijkheden zijn. Sommige zijn interessant en gerechtvaardigd, an...
Lees verderEen kenmerk van methylfenidaat is dat de stof snel in het bloed wordt opgenomen, snel werkt en ook snel weer afgebroken wordt. Het werkt niet langer dan 3 tot...
Lees verderVolgens sommige auteurs is ADHD te wijten aan een onevenwichtige voeding. Dat klopt echter niet. Wel veroorzaakten Engelse specialisten opschudding toen ze in een studi...
Lees verderDaniel, 43 jaar
Lydie, 46 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen