Bij 40 tot 60% van de patiënten met een atypisch hemolytisch uremisch syndroom (aHUS) wordt een mutatie gevonden in de genen die de eiwitten van het complementsysteem aanmaken. Bij ongeveer 10% van de patiënten worden zelfs mutaties in verschillende genen gevonden.
Niet alle dragers van een mutatie zullen de ziekte ook effectief krijgen. Dat is alleen bij dragers van bepaalde mutaties het geval. En dan nog kan het ziektebeeld sterk verschillen van de ene persoon tot de andere. Bij aanwezigheid van meer dan één mutatie neemt de kans op aHUS toe.
Bij 30 tot 50% van de patiënten echter zal een genetische analyse de mutatie niet kunnen aantonen, omdat bepaalde genen als oorzaak van de ziekte nog niet gekend zijn.
Omdat de genetische mutaties worden overgeërfd, kunnen dezelfde mutaties aanwezig zijn in een familie. Maar een mutatie kan ook toevallig bij iemand voor de eerste keer optreden (sporadisch), zonder familiale voorgeschiedenis.
Eenzelfde mutatie geeft niet bij ieder individu hetzelfde ziektebeeld.
Het soort genetische mutatie is sterk bepalend voor de klinische evolutie. Zo kunnen bepaalde mutaties sneller leiden tot overlijden van de patiënt of terminaal nierfalen, waarvoor dialyse (kunstnier) nodig wordt. Andere mutaties kunnen een milder verloop van aHUS geven, maar veroorzaken nieuwe opstoten of recidieven van aHUS. In zeldzamere gevallen blijft het bij een enkele episode.
Bij een aantal patiënten met aHUS wordt geen mutatie gevonden maar wel antistoffen tegen een van de eigen complementfactoren. Het klinische beeld verschilt echter niet van dat van een mutatie in een gen voor deze complementfactor.
Artikel gerealiseerd in samenwerking met dr. Karin Janssen van Doorn, nefroloog, Brussel.
De typische vorm van het hemolytisch uremisch syndroom (HUS) is een aandoening die doorgaans voorkomt bij kinderen en wordt veroorzaakt door een darminfectie (met name E. coli, Salmonella, Shigella, Campylobacter, Yersinia, rotavirus). Als gevolg van de darminfectie ontstaat een toxine (giftige stof) die de bloedvaten beschadigt. Een episode van voorafgaande diarree is meestal, maar toch niet altijd aanwezig. De symptomen van HUS en aHUS zijn dezelfde maar de oorzaak is verschillend. Bij de atypische vorm is er geen toxine verantwoordelijk voor de ziekte.
Bij mensen met een genetische afwijking in een of meer complementfactoren kunnen omgevingsfactoren verantwoordelijk zijn voor het uitlokken van het atypisch hemolytisch uremisch syndroom (aHUS). Dat kunnen bijvoorbeeld bepaalde bacteriën zijn die geen toxine vormen (pneumokok, mycoplasma, legionella) of virussen zoals het HIV.
In sporadische gevallen kan een vaccinatie een uitlokkende factor zijn, evenals de aanwezigheid van kanker, het innemen van afweeronderdrukkende geneesmiddelen zoals tacrolimus en interferonen, en in uitzonderlijke gevallen ook de anticonceptiepil, een zwangerschap of auto-immune systeemziekten.
Artikel gerealiseerd in samenwerking met dr. Karin Janssen van Doorn, nefroloog, Brussel.
De atypische variant van het hemolytisch uremisch syndroom kan zich op elke leeftijd voor de eerste keer ontwikkelen. De typische vormen ontwikkelen zich vaker bij kinderen.
In Europe schat men het aantal nieuwe gevallen van aHUS per jaar bij min 18-jarigen op 3,3 mensen/miljoen inwoners. Dat zou dus voor België ongeveer 34 patiënten per jaar zijn. Het aantal volwassenen met aHUS wordt lager ingeschat.
Artikel gerealiseerd in samenwerking met dr. Karin Janssen van Doorn, nefroloog, Brussel.
Eculizumab is een monoklonaal antilichaam dat complementfactor C5 afremt zodat bij de meeste patiënten met atypisch hemolytisch uremisch syndroom...
Lees verderNiertransplantatie is een optie als de nierfunctie helemaal is uitgevallen en de patiënt dialyse krijgt. Het succes van de niertransplantatie hangt echter af van het soor...
Lees verderDr. Karin Janssens van Doorn, nefroloog, Brussel
Hans, 19 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen