De symptomen van hypothyreoïdie zijn niet specifiek en variëren sterk. Daardoor is het niet altijd vanzelfsprekend om de diagnose te stellen. Als een arts een patiënt op consultatie krijgt bij wie hij hypothyreoïdie vermoedt, begint hij met de hals te palperen. Hij zoekt naar een afwijking van de schildklier, bijvoorbeeld:
Een bloedafname en de analyse van het bloed in een laboratorium is het medische referentieonderzoek om de diagnose hypothyreoïdie te stellen.
De hormoonconcentratie kan dikwijls en sterk variëren. Er moet verschillende keren bloed worden afgenomen, met een spreiding van telkens enkele dagen.
We meten de concentratie van drie stoffen in het bloed:
Als de TSH-concentratie hoger is dan 4 mE/l, spreken we van hypothyreoïdie. Toch bestaat er discussie tussen de specialisten over de grens tussen een aanvaardbare hoge TSH-concentratie waarvoor geen behandeling nodig is, en een verontrustende concentratie waarvoor een behandeling met geneesmiddelen nodig is.
Een echografie is een medisch beeldvormingsonderzoek met ultrasone trillingen. We kennen het vooral als onderzoek tijdens de zwangerschap. Hiermee kunnen veel zachte weefsels, waaronder de schildklier, worden onderzocht.
Met een echografie worden de grootte en de structuur van de schildklier nagegaan, en noduli en afwijkingen aangetoond. Het onderzoek wordt niet systematisch voorgeschreven bij hypothyreoïdie.
Een scintigrafie is een onderzoek waarbij een licht radioactief product (contraststof) in het lichaam wordt ingespoten. Een scintigrafie wordt weinig gebruikt binnen het strikte kader van hypothyreoïdie, alleen in geval van een nodulair kropgezwel (struma) om de schildkliernoduli te onderzoeken. Een scintigrafie wordt meer gebruikt bij hyperthyreoïdie.
Prof. Chantal Daumerie, endocrinoloog aan de Cliniques universitaires Saint-Luc.
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen