Een online enquête bij 1.000 Belgen in september 2023 onthult enkele verrassende resultaten over hun opvattingen over cholesterol. Hoewel vrijwel alle Belgen (96%) zich ervan bewust zijn dat een te hoge cholesterol, ook wel hypercholesterolemie genoemd, kan leiden tot de ontwikkeling van hart- en vaatziekten, hebben de meesten hun cholesterolgehalte nooit gemeten. Toch zijn hart- en vaatziekten met 31.000 sterfgevallen per jaar de belangrijkste doodsoorzaak in België. Iedereen, ook zij die zich gezond voelen, heeft er baat bij om zijn/haar cholesterolgehalte te kennen.
Prof. Dr. Ernst Rietzschel, cardioloog aan het UZ Gent, zegt: "Een te hoog cholesterolgehalte is een sluimerende bedreiging voor de gezondheid die te vaak genegeerd wordt. Deels omdat er geen symptomen zijn, en deels omdat men -voor iets dat men niet voelt- de tijd noch de motivatie heeft om veranderingen in zijn levensstijl aan te brengen. Meer aandacht hiervoor is essentieel, want een te hoog cholesterolgehalte doet het risico op hart- en vaatziekten toenemen, en de gevolgen daarvan zijn vermijdbaar. Op je cholesterol letten is even belangrijk als de andere aspecten van je gezondheid in de gaten houdt, zoals stoppen met roken, voldoende bewegen, beheersen van stress, en je gewicht en bloeddruk onder controle houden. Iedereen kan via een eenvoudige bloedafname zijn cholesterol laten meten. Meten is weten, en dat is de eerste stap naar een gezonder leven."
Van degenen die hun cholesterolgehalte wel hebben laten meten, gaf maar liefst 88% aan dat dit meer dan 2 jaar geleden was of dat ze het simpelweg niet meer weten. Meer dan 30% van de deelnemers die hun cholesterol hebben laten meten, kon zich niet meer herinneren wat het resultaat was. Naar aanleiding van deze resultaten wordt er begin november een nationale sensibiliseringscampagne gelanceerd, om het bewustzijn over cholesterol te vergroten en mensen aan te moedigen om hun cholesterolgehalte te kennen via een bloedafname. De online campagne, die loopt tot januari, heeft een humoristische insteek om het onderwerp toegankelijker te maken voor een breder publiek.
Bron: https://cholensterol.be/
Slechte vetten zijn meestal van dierlijke oorsprong, terwijl goede vetten meestal van plantaardige oorsprong zijn. Niet alle plantaardige vetten zijn evenwel goed te noemen: kokosvet en palmolie bijvoorbeeld zijn uitzonderingen.
Te veel verzadigde vetten eten verhoogt de slechte cholesterolwaarden, de LDL-cholesterol. Deze cholesterol zet zich vast op de bloedvatwand en veroorzaakt zo een vernauwing van het bloedvat. Het bloed vloeit bijgevolg minder gemakkelijk door deze vernauwing. Soms is de bevloeiing zelfs onvoldoende om bepaalde organen van voldoende zuurstof en voedingsstoffen te voorzien.
Na verloop van tijd kan de doorgang in een bloedvat zo nauw worden, dat het bloed er bijna niet meer door kan. Dan stolt het bloed (trombose) waardoor het bloedvat volledig afgesloten wordt. Als dat in de kransslagaders van het hart gebeurt, volgt een hartinfarct; in de hersenen spreekt men van een herseninfarct of beroerte.
De aanbeveling luidt dat we slechts 30% van onze totale energie-inname uit vetten mogen halen, waarvan een derde uit verzadigd vet en twee derde uit mono- en poly-onverzadigde vetten.
Smeer-en bereidingsvetten die in de koelkast hard worden, zoals de traditionele boter, bevatten verzadigd vet. Wat zacht en smeerbaar blijft in de koelkast, bevat meer onverzadigd vet.
Transvetten zijn dan wel onverzadigde vetten, hun structuur is echter gewijzigd bij het omzetten van vloeibaar naar vast, waardoor ze nog slechter zijn voor de gezondheid dan verzadigde vetten. Ze verhogen namelijk ook de slechte cholesterol.
In de eigen keuken kunnen transvetten worden gevormd door oververhitting en langdurig gebruik van frituurolie.
Dankzij nieuwe productietechnieken is de hoeveelheid transvet in bijvoorbeeld smeer- en bereidingsvetten de laatste jaren al aanzienlijk gedaald. Zoek op de verpakking naar producten met minder dan 1 g transvet per 100 g.
In gefrituurde snacks en industrieel gebak kan de hoeveelheid nog steeds vrij groot zijn. Het is niet gemakkelijk na te gaan of zo’n product transvet bevat. Soms staat dit niet in de voedingswaardetabel, maar let vooral op de aanwezigheid van ‘plantaardig vet, gedeeltelijk gehard’ of ‘gehydrogeneerd vet’ in de ingrediëntenlijst.
Consumptie van een grotere hoeveelheid onverzadigd vet in de plaats van verzadigd vet vermindert het risico op hart- en vaatziekten. Onderzoek heeft uitgewezen dat door de hoeveelheid poly-onverzadigd vet op te drijven tot 15% van de totale energietoevoer (in plaats van 5% wat bij de meeste mensen gebruikelijk is), het risico op hart- en vaatziekten met maar liefst 20% daalt. En hoe langer men dit hoger percentage volhoudt, hoe beter voor de gezondheid van uw hart, benadrukken de onderzoekers nog.1
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Jacinta Moors, diëtiste, Zonhoven. Gepubliceerd op 25/11/2015.
1 Mozaffarian D et al. Effects on Coronary Heart Disease of Increasing Polyunsaturated Fat in Place of Saturated Fat: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials. PLoS Medicine 2010;7(3):e1000252
Waarom plantensterolen?
Plantensterolen blokkeren de opname van cholesterol in de darm naar het bloed gedeeltelijk, waardoor de hoeveelheid cholesterol in het bloed daalt. De plantensterolen zelf worden quasi niet opgenomen en via de darm uitgescheiden. "Ze blijven dus als het ware buiten het lichaam en verlagen de cholesterol op een heel natuurlijke manier", legt Lut Van Lierde, diëtiste, uit. De cholesterolverlaging door deze bondgenoten uit de voeding kan 7 tot 10% bedragen op voorwaarde dat je er voldoende van eet, dat wil zeggen 1,7 tot 2,4 g per dag.
Plantensterolen zitten in fruit en groenten. Het probleem is dat zelfs grote groente-eters en vegetariërs door het eten van fruit en groenten slechts 500 tot 800 mg plantensterolen per dag innemen en dat is niet genoeg om een cholesteroldaling te verkrijgen. Vandaar dat sommige voedingsproducten, waaronder sommige margarineproducten, werden verrijkt met plantensterolen.
Aan wie voedingsproducten met plantensterolen aanbevelen?
Lut Van Lierde brengt in haar praktijk plantensterolen ter sprake bij "mensen uit de doelgroep, namelijk vrouwen na de menopauze en mannen van 50-plus met een verhoogde cholesterol. Soms begint de patiënt er zelf over omdat uit een bloedanalyse bij de arts een verhoogde cholesterol blijkt. Ik werk ook samen met artsen die aan hun patiënten een alternatieve of aanvullende methode willen geven voor cholesterolverlaging omdat patiënten vaak bijwerkingen hebben van cholesterolverlagende medicatie. En gezien de opstapeling van een teveel aan cholesterol in de bloedvaten wordt opgebouwd vanaf jonge leeftijd, spreek ik ook over plantensterolen met jonge mensen in het kader van familiale hypercholesterolemie."
Jong geleerd, oud gedaan
Voor iedereen van jongs af aan geldt dat gezond eten in combinatie met een gezonde levensstijl, belangrijk zijn in de preventieve aanpak van een verhoogde cholesterol en vervolgens in de preventie van hart- en vaatziekten. Veel fruit en groenten en het vervangen van vetten die hard zijn op kamertemperatuur (zoals boter, hard frituurvet,...) door vetten die zacht of vloeibaar zijn op kamertemperatuur (plantaardige oliën, zachte of vloeibare margarineproducten) zijn gewoonten die de slechte cholesterol met ongeveer 5% kunnen verlagen.
Als het cholesterolgehalte in het bloed al verhoogd is, kan het toevoegen van plantensterolen een extra 7 tot 10% cholesteroldaling geven.
Blijkt dat nog onvoldoende, of heb je al een hart- en vaatziekte (hartinfarct of beroerte) gehad of indien jouw cholesterol hoog blijft ondanks dieetaanpassingen (vooral als je nog andere risicofactoren hebt zoals hoge bloeddruk of diabetes), zal de arts cholesterolverlagende medicatie voorschrijven. Dit kan een bijkomende cholesterolverlaging van 20 tot 30% geven.
Praktische tips
Het assortiment met plantensterolen verrijkte margarineproducten bestaat uit een brede waaier producten met verschillende smaken en vetgehaltes. Kies dus de smaak die je het beste ligt en het vetgehalte dat voor jou het meest geschikt is.
1,7 tot 2,4 gram per dag vertaalt zich in 30 g product: dat zijn zes afgestreken koffielepels of één dikke soeplepel van een margarineproduct (ongeacht vetgehalte of smaakvariant), net voldoende voor het besmeren van 4 tot 6 boterhammen. "Om het voor de mensen praktisch te maken, raad ik aan om de datum op het vlootje te schrijven. Voor één persoon moet een vlootje van 250 g dan leeg zijn in ongeveer 10 dagen. Margarines met plantensterolen zijn niet geschikt om mee te koken of te braden omdat ze spatten bij het smelten. Wie echter niet wil smeren, kan ze even goed verwerken in warme maaltijden, bijvoorbeeld in een puree, in warme groenten, in een saus, of gewoon op het bord."
Met dank aan Lut Van Lierde, diëtiste - voedingsdeskundige. Geschreven door Michelle Cooreman, medische journaliste, gepubliceerd op 14/04/2016.
Is uw ‘slechte’ cholesterol (LDL) te hoog? De strijd tegen dit slechte vet in ons bloed verloopt ook via de voeding. Een derde van de cholesterol in ons lichaam komt namelijk uit ons voedsel, vooral dan uit verzadigde vetten.
Het is daarom raadzaam om uw voeding aan te passen zodra uw totale cholesterolgehalte meer dan 190 mg/dl bedraagt. Die stap zet u beter zo vroeg mogelijk als u nog andere risicofactoren voor hart- en vaataandoeningen hebt, zoals diabetes.
Eén ordewoord om uw cholesterolgehalte naar beneden te krijgen: mijd verzadigde vetten! Ze zijn makkelijk op te sporen. Deze vetten zijn namelijk hard bij kamertemperatuur en komen voornamelijk uit levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Enkele tips:
Wees voorzichtig met industriële producten (gebak, koekjes, mayonaise enz.). In sommige zitten eieren of palmolie, en die bevatten veel verzadigde vetten.
Een te hoge cholesterol is echter slechts één stukje van de puzzel. Het is maar een van de risicofactoren voor cardiovasculaire accidenten (hartinfarct, CVA), naast onder meer zoutgebruik, overgewicht, diabetes en hypertensie.
Houd vooral in het achterhoofd dat 2/3 van de cholesterol rechtstreeks afkomstig is van de lever en niet uit voeding komt. Verwacht dus niet dat uw totale cholesterol met meer dan 15% daalt. Voor veel patiënten blijven geneesmiddelen tegen cholesterol dan ook noodzakelijk.
Dit artikel kwam tot stand met de medewerking van dr. Descamps, Directeur van het Centre de recherches médicales van de Entité Jolimontoise.
Artikel gepubliceerd op 27/03/14.
Hypercholesterolemie stemt overeen met een te hoog gehalte aan cholesterol. Ongeveer 75% van de cholesterol in ons lichaam wordt geproduceerd door onze lever en voeding staat in voor het resterende gedeelte.
Er zijn twee types cholesterol in ons lichaam:
Wanneer men over het algemeen praat over een te hoog gehalte aan cholesterol, dan gaat het vooral over LDL.
De eerste te volgen regel om de cholesterol te verminderen, is het eten van vetten aan banden leggen. Ze mogen de 35% van onze totale dagelijkse energiebehoefte niet overstijgen.
Sommige vetten (de mono-onverzadigde en polyverzadigde) verdienen dan weer meer aandacht. We vinden ze terug in koolzaadolie, sojaolie, olijfolie, vis, schaalvruchten, granen …
Voedingsvezels dragen ook bij tot het doen dalen van slechte cholesterol. Ze staan eveneens bekend om hun positieve effecten op de darmtransit, het voorkomen van cardiovasculaire aandoeningen en kanker, het beheersen van de bloedsuikerspiegel en het lichaamsgewicht. We vinden ze terug in fruit, groenten en in complete granen.
Sterolen die in plantaardige producten zoals koolzaadolie, noten en granen zitten of die bepaalde margarines verrijken, hebben een interessante eigenschap. Hun chemische structuur die bijna identiek is aan die van cholesterol kan de plaats van die laatste innemen en dus zijn opname door het organisme belemmeren.
Weetje: zelfs als u medicatie neemt om uw cholesterolgehalte te doen dalen, is het nog steeds aangewezen om deze voedingsadviezen toe te passen.
"Cholesterol is een vet dat in het bloed circuleert, in de vorm van verschillende deeltjes en vooral LDL-lipoproteïnen", legt prof. Olivier Descamps, endocrinoloog in het Hôpital de Jolimont, uit. "Die LDL-deeltjes kunnen door de binnenwand van de slagaders dringen en daar blijven vastzitten. Uiteindelijk oxideren ze en worden ze lichaamsvreemde stoffen. Het is dan de rol van de macrofagen om die stoffen op te ruimen. Bij een hoge hoeveelheid cholesterol kunnen de macrofagen echter niet alle cholesterol uit de LDL-deeltjes verwerken. Dan hopen de macrofagen de cholesterol op en ten slotte 'sterven' ze. Vervolgens zet de cholesterol zich af op de wand van de slagaders en begint er een chronische ontstekingstoestand. Daarna komen er weer nieuwe macrofagen, samen met lymfocyten. Uiteindelijk ontstaat er een soort van abces in de slagaderwand, 'atheroom' genoemd. De nieuwe LDL-deeltjes die steeds blijven komen, houden het ontstekingsproces in stand. Het atheroom blijft maar groeien, tilt de slagaderwand op en vormt een soort van plaque."
Na verloop van tijd zijn er twee evoluties mogelijk in de kransslagaders, die het hart van bloed voorzien:
• ofwel wordt de plaque zodanig groot dat ze uiteindelijk de binnendiameter van de slagader verkleint. Dat heet stenose. Het gevolg: bij inspanning kan de bloedstroom in de kransslagaders niet meer voldoende zuurstof leveren aan de hartspieren. Dat fenomeen heet ischemie en veroorzaakt pijn op de borst: angina pectoris.
• ofwel zal de plaque, die fragiel is door de chronische ontsteking, scheuren. Als het bloed in aanraking komt met die scheur, zullen de bloedplaatjes onmiddellijk reageren en een bloedstolsel vormen dat de slagader in slechts een paar seconden helemaal afsluit (arteriële trombose). Het gevolg: necrose van het hartspierweefsel door een gebrek aan zuurstof. Dat is een hartinfarct.
Uit talrijke studies blijkt dat er een verband is tussen LDL-cholesterol en hart- en vaatziekten.
"Het eerste overtuigende bewijs werd al in 1912 geleverd, toen de aanwezigheid van LDL-cholesterol in atheroomplaques werd aangetoond", vertelt prof. Descamps. "Vervolgens nam het epidemiologisch bewijs enkel maar toe. Zo hebben mensen die een hartinfarct hebben gehad een hoger LDL-cholesterolgehalte. Of het nu gaat om statines (die de aanmaak van cholesterol verminderen), ezetimibe (die de opname van cholesterol in de darmen remt) of monoklonale antilichamen zoals PCSK9 (die de lever helpen cholesterol te elimineren), alle geneesmiddelen die de LDL-cholesterol verlagen, verminderen het aantal hart- en vaatziekten. En dan zijn er ook nog de genetische factoren: mensen met genetische varianten die de LDL-cholesterol vanaf de geboorte verhogen (familiaire hypercholesterolemie) hebben gedurende hun hele leven meer hart- en vaatziekten. Omgekeerd geldt hetzelfde: varianten die het LDL-gehalte verlagen, zorgen voor minder hartinfarcten en minder angina pectoris."
Het goede nieuws is dat het fenomeen kan worden omgekeerd. Als de LDL-cholesterol kan worden verlaagd tot onder de 70 mg/dl, dan nemen de atheroomplaques af. Ze verminderen in grootte, omdat ze niet meer gevoed worden door de komst van nieuwe cholesteroldeeltjes. De ontsteking neemt dan af en de plaque vermindert in volume. Als je weet dat het normale gehalte 130 mg/dl bedraagt, dan is het wel zo dat verminderen tot die zeer lage niveaus enkel bedoeld is voor mensen die al hartproblemen hebben gehad. Op die manier geeft men hen een betere overlevingskans.
Artikel opgesteld door Michelle Cooreman, in samenwerking met prof. Olivier Descamps, endocrinoloog in het Hôpital de Jolimont.
Is uw ‘slechte’ cholesterol (LDL) te hoog? De strijd tegen dit slechte vet in ons bloed verloopt ook via de voeding. Een derde van de cholesterol in ons lichaam komt name...
Lees verderDr. Marcel Twickler, dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metabole ziekten, Universitair ziekenhuis Antwerpen
Louis, 59 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen