In bepaalde gevallen kunnen aanvullende onderzoeken factoren opsporen die een overactieve blaas bevorderen. Of ze kunnen bevestigen dat de incontinentie wel degelijk samenhangt met een overactieve blaas en niet met een andere oorzaak van incontinentie, bijvoorbeeld als gevolg van een inspanning.
Een urinestaal wordt onderzocht op de aanwezigheid van een urine-infectie. Dit onderzoek wordt systematisch uitgevoerd, ook als er geen sprake is van een branderig gevoel bij het plassen.
Een echografie van nieren, urinewegen en blaas laat zien of een eventuele overdruk in de blaas een weerslag heeft op nieren en urinewegen. Een chronische overdruk in de blaas kan immers op lange termijn tot nierinsufficiëntie leiden.
Met een slangetje dat voorzien is van een camera (cystoscoop) wordt de binnenkant van de blaas doorzocht. Als er bloed in de urine zit, kan dit onderzoek een eventuele tumor opsporen.
Bij een uroflowmetrie of debietmeting wordt de plasstraal geregistreerd met sensoren. Daarbij worden de volgende elementen gemeten:
Na dit onderzoek wordt er meestal een blaasechografie uitgevoerd om urineresten op te sporen in de blaas. De blaas moet normaal gezien leeg zijn na het plassen. In elk geval moet het residu minder bedragen dan 100 cc.
Een urodynamisch onderzoek is niet altijd nodig, maar levert toch waardevolle informatie op. Zo bevestigt het de diagnose van een overactieve blaas door de chaotische en willekeurige samentrekkingen van de blaasspier te registreren.
De voorgeschiedenis van de patiënt en het medisch onderzoek volstaan meestal om de diagnose van een overactieve blaas te stellen. De typische symptomen van dit soort problemen zijn:
Voor een overactieve blaas bestaan er een aantal risicofactoren:
Een plasdagboek bijhouden is heel nuttig. Als de arts precies weet hoe vaak en wanneer de patiënt moet plassen, kan hij de ernst van het plasprobleem beter inschatten. Hij kan ook beter nagaan of de behandeling haar doel bereikt. In dit dagboek kunt u onder meer noteren wanneer en hoeveel u gedronken hebt, hoe laat u bent gaan plassen, de hoeveelheid geproduceerde urine en de reden waarom u bent gaan plassen. Deze eerste evaluatie is zeer belangrijk. Een plasdagboek maakt het mogelijk:
U vult dit plasdagboek drie dagen nauwgezet in.
Dit onderzoek test de bekkenbodemspieren. Daarbij plaatst de arts twee vingers in de vagina of één vinger in de anus, en vraagt hij aan de patiënt om de bekkenbodemspieren samen te trekken rond zijn vingers.
Dit eenvoudige onderzoek evalueert de spanning van de spieren. De arts kan ook nagaan of er al dan niet sprake is van een neurologische aandoening.
Botulinetoxine (botox) is een krachtig gif dat de prikkeloverdracht van de zenuwen naar de spieren blokkeert, waardoor spieren verslapp...
Lees verderOnderzoekers hebben onlangs aangetoond dat er een link bestaat tussen het stresspeil dat patiënten ervaren en de ernst van de symptomen bij een hyperactieve blaas. Moet s...
Lees verderAls geneesmiddelen niet of onvoldoende helpen om urineverlies tegen te gaan, is het gebruik van absorberende verbanden (een luier voor volwassenen) of condoomk...
Lees verderAnnie (55)
Frank (66)
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen