Heparine is een stof die de stolling tegengaat. Ze werkt rechtstreeks in op de stollingcascade.
De behandeling met heparine moet worden gestart zo gauw de diagnose van diepe veneuze trombose gesteld is. Het middel wordt maar tijdelijk voorgeschreven (enkele dagen). Tegenwoordig wordt er vaak gelijktijdig gestart met vitamine K-antagonisten. Deze middelen worden oraal toegediend en nemen de rol van heparine over in de behandeling van diepe veneuze trombose.
Er zijn twee soorten heparines: heparine met laag moleculair gewicht (HLMG) en niet-gefractioneerde heparine (NFH).
Heparines met laag moleculair gewicht (HLMG) vormen de belangrijkste behandeling van diepe veneuze trombose.
Ze zijn verkrijgbaar in de vorm van voorgevulde spuiten. De patiënt kan de injecties via een zelfprik toedienen.
HLMG hebben één groot minpunt: het inspuiten (al dan niet door de patiënt zelf) is vrij onaangenaam. Daarom wordt er na enkele dagen overgeschakeld van HLMG op vitamine K-antagonisten.
Niet-gefractioneerde heparine (NFH) wordt in de behandeling van diepe veneuze trombose niet meer zo veel gebruikt. Deze heparine wordt intraveneus ingespoten – in het ziekenhuis – en het is vaak moeilijk om het evenwicht te vinden tussen te veel en niet genoeg anticoagulatie. NFH blijft wel interessant bij contra-indicaties voor HLMG (nierfalen bijvoorbeeld) of als de antistollende werking ervan om de een of andere reden snel moet worden omgekeerd. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een operatie.
Prof. Cédric Hermans, diensthoofd hematologie in het Universitaire Ziekenhuis Saint-Luc
Gilberte Deltour, voormalig voorzitster van de Franstalige Vereniging van Zelfstandige Verpleegkundigen
Tanja, 29 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen