Oorzaken van hartfalen

Hartaanval (myocardinfarct)

Atherosclerose of aderverkalking is een langzame degeneratie van de slagaderwanden. Aan het eind van dat proces zijn de slagaders zodanig vernauwd dat de bloedsomloop belemmerd wordt. Er kan zich dan een bloedklonter vormen die de slagader kan verstoppen. Als dat fenomeen zich voordoet in een van de slagaders die naar het hart leiden, sterft het deel van de hartspier dat geen bloed meer krijgt af en komt er op die plaats een vezelachtig litteken. Dat is een myocardinfarct of hartaanval. Als een groot deel van de hartspier zo afsterft, verzwakt de hartspier. De pomp gaat minder goed werken en het hart zet uit. Door die verwijding of dilatatie gaat ook het gezonde deel van het hart achteruit en verslechtert het hartfalen nog.

Hoge bloeddruk (arteriële hypertensie)

Bij arteriële hypertensie ondervindt het bloed bij het wegstromen meer weerstand in de slagaders.
Het hart moet tegen die grotere weerstand vechten en dus harder werken. Om zich aan te passen, zullen de spierwanden van de kamers zich versterken en dikker worden (hypertrofie). Als de verhoogde bloeddruk aanhoudt, kan het hart gaan uitzetten. Het zal dan geleidelijk aan minder kracht hebben om samen te trekken, zodat hartfalen ontstaat.

Andere oorzaken van hartfalen

Enkele andere oorzaken van hartfalen zijn:

• gevallen van slecht functionerende hartkleppen
• sommige vormen van hartritmestoornissen
• bepaalde auto-immuunziektes
• aangeboren hartaandoeningen, familiale vormen van hartfalen
• ontsteking van de hartspier (myocarditis), meer bepaald van virale aard.

Ook een hoog alcoholverbruik kan de hartspier beschadigen, waardoor die gaat uitzetten.